Als roestwerende primer op gestraald staal in een verfsysteem.

Voornaamste kenmerken:

Zeer goede hechting op gestraald staal. Gemakkelijk met de spuit verwerkbaar waarbij droge laagdikten tot 150 micron per spuitgang mogelijk zijn. Een glad, halfmat oppervlak wordt verkregen. Overschilderbaar met epoxy- en polyurethaanverven.

Voorbehandeling ondergrond:

Nieuw staal:
Stralen met een niet te grof, droog straalmiddel tot Sa 21⁄2 met een oppervlakteruwheid van maximaal 50 μm. Vooraf vetvrij maken.

Nieuw aluminium en thermisch verzinkt staal:
Aanstralen ( wapperen ) met een fijn, niet metallisch, droog straalmiddel en gereduceerde druk tot een egaal mat oppervlak. Vooraf vetvrij maken.

Bij reparatie:
Alle transport- en/of mechanische beschadigingen, las- en brandplekken en eventueel onbehandelde lasstroken stralen met een fijn, niet-metallisch, droog straalmiddel en gereduceerde druk. Vooraf vetvrij maken. Indien stralen niet mogelijk is reinigen met roterend handgereedschap.

Bij onderhoud:
Oppervlak volledig vetvrij maken middels steamcleanen of met een hogedrukspuit en leidingwater met eventueel toegevoegd een reinigingsmiddel. Goed naspoelen en drogen. Alle beschadigde, loszittende, gebarsten of anderszins ondeugdelijke verflagen en roest verwijderen door stralen met een fijn niet metallisch straalmiddel en aangepaste druk opdat eventueel aanwezige zinklaag intact blijft. Indien niet gestraald kan worden verwijderen middels roterend handgereedschap.

Overschilderen:

Het oppervlak moet droog en schoon zijn. In vele gevallen zal het gaan om het aanbrengen van een volgende laag over een nieuw aangebracht geheel intact zijnde verflaag, die voldoende is gedroogd. Voor het aanbrengen van de nieuwe laag kan dan volstaan worden met het verwijderen van stof, zand etc. Bij overschilderen van verouderde of beschadigde verflagen, het oppervlak voorbehandelen zoals genoemd onder voorbehandeling ondergrond.

Verwerkingscondities:

Luchttemperatuur : -5 - 35º C
Ondergrondtemperatuur : 10 - 40º C
Verftemperatuur : 15 - 30º C
Relatieve luchtvochtigheid : Max 85%
De temperatuur van de ondergrond moet tenminste 3°C boven het dauwpunt liggen om condensvorming te voorkomen. De verf niet onder ongunstige omstandigheden aanbrengen. Tijdens applicatie en droging zorgdragen voor goede ventilatie.